Onderzoek: Rabobank steekt miljarden in plofkippen en ontbossing

Uit ons onderzoek ‘Blocking a better world altogether’ (lees hier de samenvatting) blijkt dat Rabobank bakken met geld pompt in bedrijven die verbonden zijn met de meest gruwelijke uitwassen van de vee-industrie. In de periode 2016-2024 gaat het om minimaal een bedrag van 23,5 miljard euro. De bank blijkt zelfs onderdeel van organisaties die duurzaamheidswetgeving opzettelijk tegen proberen te houden. 

Naar het onderzoek

Plofkippen en megastallen

Rabobank leende de afgelopen jaren 280 miljoen euro aan JBS, het grootste vleesbedrijf ter wereld. Ook ging er dit jaar dankzij Rabobank 226 miljoen euro naar Tyson Foods, het op één na grootste vleesbedrijf. Deze bedrijven proppen dieren op elkaar in megastallen, sluiten zeugen op in nauwe, metalen kooien en hanteren extreem hoge bezettingsdichtheden voor plofkippen. Regelmatig komen er ernstige dierenwelzijnsincidenten naar buiten, zoals het smijten met dieren. En alsof dat allemaal nog niet erg genoeg is, zijn zulke bedrijven nog grote aanjagers van ontbossing ook. 

Greenwashing 

Het opvallende aan dit nieuws is dat er een groot verschil zit tussen wat Rabobank belooft te doen en wat het werkelijk doet. In het beleid van de bank staat onder meer dat dieren toegang moeten hebben tot voldoende voer en water, en ‘welzijnsverrijkende mogelijkheden’ moeten krijgen. Maar de bedrijven die Rabobank financiert, houden dieren op grote schaal in kale, prikkelarme hokken en kooien. Veel dieren lijden chronische honger.  

Daarnaast kwamen we erachter dat Rabobank bij organisaties zit die proberen om duurzaamheidswetgeving te blokkeren. De bank hoort bijvoorbeeld bij het Amerikaanse National Pork Producers Council, die dierenwelzijnswetgeving in Californië probeerde tegen te houden. Dat is pijnlijk, voor een bank die stelt duurzaamheidswetgeving juist zo belangrijk te vinden. 

Dirk-Jan Verdonk, directeur van World Animal Protection: ’Het duurzaamheidsbeleid van Rabobank komt voor een groot deel neer op greenwashing. Al in 2009 verkondigde Rabobank dat dierenwelzijn een van haar vijf principes was om te komen tot duurzame landbouw, maar in de praktijk gaan er nog steeds miljarden euro's naar dierenleed. Ook voor de Nederlandse boer is dit pijnlijk: door bedrijven te financieren die in de verste verte niet aan Europese milieu- en dierenwelzijnseisen voldoen, financiert de bank de oneerlijke concurrentie van de Nederlandse boer – vaak nog met hun eigen geld ook.’