Reptielenbeurs Houten leidt tot kritische vragen aan de Minister van LNV
Nieuws
De schijnwerpers staan sinds de coronacrisis op markten met wilde dieren, met name in Azië. Maar ook in Nederland worden wilde dieren nog volop verhandeld. Afgelopen zondag waren we aanwezig op de reptielenbeurs in Houten. Naast reptielen werden er ook allerlei zoogdieren aangeboden, zoals een stinkdier, een woestijnvos, maar ook vleermuizen. Een samenkomen van wilde dieren waarvan bekend is dat zij ziekten over kunnen dragen op mensen. World Animal Protection pleit voor sluiting van alle markten en is blij dat D66 met onze input kritische vragen heeft gesteld aan de Minister van LNV.
Er is al langer wetenschappelijk bewijs dat reptielen wezens zijn met gevoel en in staat zijn om angst, stress, opwinding, frustratie en andere emoties te ervaren. Desondanks staan er op de beurs rij aan rij kameleons, gekko’s en slangen opgesteld in plastic witte bamibakjes. Zo kunnen de dieren niet ontsnappen, zijn ze goed te bezichtigen en na de koop gemakkelijk te vervoeren. Deze wilde dieren hebben meestal geen plek om te schuilen, geen mogelijkheid om zich volledig uit te strekken, geen water of geschikt voedsel en sommige prooidieren kijken een potentieel roofdier soms recht in de ogen aan. Als dat geen stress veroorzaakt… Op deze markt worden de dieren verhandeld alsof het producten zijn, in plaats van levende wezens.
Wat verder opvalt, is dat het veelal ontbreekt aan juiste en volledige informatie over de verzorging, huisvesting, het gedrag en de kosten die komen kijken bij het houden van deze dieren. Dit komt deels ook door taalbarrières. Bijna de helft van de handelaren komt uit allerlei Europese landen en zijn vaak de Nederlandse taal niet machtig. Zo kun je een brilkaaiman, een middelgrote krokodil die tussen de 1-2 meter groot kan worden, rond de 40 kg weegt en behoorlijk agressief en gevaarlijk kan zijn, kopen zonder voldoende uitleg.
Ook worden er soorten aangeboden die bedreigd zijn en/of nooit het herkomstland hadden mogen verlaten. Eerder gaven onderzoekers in een NRC-artikel al aan dat het moeilijk is om te achterhalen waar de dieren vandaan komen, omdat er vaak gerommeld wordt met certificaten.
De coronacrisis drukt ons hard met de neus op de feiten. Praktijken die schadelijk zijn voor wilde dieren vormen een risico op zoönosen, en zijn dus een gevaar voor de volksgezondheid. Exoten dragen allerlei ziekteverwekkers met zich mee, ook reptielen. Een dier onder stress wordt makkelijker ziek en verspreid ook eenvoudiger ziekteverwekkers. De beelden van wilde dierenmarkten in Azië staan op ons netvlies gegrift. Hier vind je allerlei wilde dieren door elkaar onder stressvolle en onhygiënische omstandigheden, waar lichaamssappen van het ene dier bij een ander dier of mens terecht kunnen komen. Een broeinest van potentiele virusuitbraken. Maar ook in Nederland zagen we een woestijnvos gestapeld op vleermuizen. Hoe is dit mogelijk? Dit soort beurzen kunnen al langer niet meer. Niet voor de dieren, voor de biodiversiteit en bedreiging van diersoorten en niet voor onze gezondheid.
Wij zijn dan ook erg blij dat D66 met onze input kritische vragen aan de Minister van LNV heeft gesteld. Eerder publiceerde we onderzoek waaruit bleek dat een ruime meerderheid (81%) van de Nederlanders het onacceptabel vindt dat er – uitgerekend in coronatijd – nog reptielenbeurzen worden gehouden in Nederland. Laten we hopen dat de overheid in actie komt en deze beurzen verbiedt. Hiermee voorkomen we veel dierenleed, en beschermen we de volksgezondheid.
World Animal Protection pleit al geruime tijd voor de sluiting van alle markten en een verbod op de commerciële handel in wilde (exotische) dieren. Help mee dit voor elkaar te krijgen en teken de petitie.